Wil je nu je gelijk? Dat kun je krijgen
Ik sluit niet per definitie niets uit.
Ik had mijn informatie hiervandaan en ooit een leraar geluidstechniek die vertelde dat de transienten van een instrument waarneembaar zijn en in relatie staan tot de grondtoon. Die zijn karakteristiek voor een instrument. Een viool produceert dus veel transienten die wij in theorie niet kunnen horen. Toch lijkt het erop of wij die transienten kunnen waarnemen.
Maar goed. Het zal per mens verschillen die waarneming. Ik hoor ook verschil in speaker kabels van goedkope makelij en van den Hul kabels. Er zijn ook mensen die dat niet waarnemen. Heel persoonlijk dus. Ik vind de gedachte erachter eigenlijk wel mooi. Ik hoor nog steeds liever een echter trompet en viool dan een sample. Dat echte doet me toch echt wel iets meer.
http://www.hetlok.nl/hetlok/ktfnieuws/2005-01/04.htm
Een deel hieruit.
Muzikale aspecten.
Stellingen over geluidsbeleving zijn moeilijk objectief te omschrijven. De verwerking van signalen door het brein, zal de wetenschap nog wel een aantal jaren bezighouden. Individuele personen zijn medisch gezien ook verschillend en de belevenis van muziek is ook afhankelijk van hoe de perceptie van ons eigen brein in elkaar steekt. Het is al moeilijk genoeg om ons eigen 'computertje' te begrijpen door de vele processen die zich op de achtergrond afspelen en we niet bewust meemaken. Dit houdt een grijs gebied in stand, dat niet te vatten is in exacte metingen of te omschrijven met termen die door iedereen op gelijke wijze worden verstaan. Wat horen “Audio Freaks” anders dan anderen?
Een van de uitgangspunten in de subjectieve geluidsbelevenis is, dat signaalvervorming ook in het ultrasoongebied leidt tot een minder prettige geluidservaring. Een adequate filtering van signalen in de D/A -converters (Digitaal naar Analoog omzetters) van b.v. een CD-speler is erg belangrijk. Hierbij moet vooral gelet worden op vervorming rond de halve samplefrequentie, n.l. rond 22 kHz. Bij een aantal moderne 'walkman' -achtige CD-spelers resulteerde de slechte filtering al in een goed hoorbare storing als er in de muziek tonen vanaf circa 8 kHz voorkomen.
Bij versterkers is het belangrijk om de frequentiekarakteristiek te verhogen naar 50 kHz. Als dit niet haalbaar is, is het beter om alle frequenties boven de 20 kHz er radicaal uit te filteren.
Bij SACD (Super Audio CD) wordt voor een betere definitie al gewerkt met een 24 bits, i.p.v. de gebruikelijke 16 bits codering, waarbij de standaard CD samplefrequentie van 44,1 kHz, verhoogd is naar 96 kHz of 192 kHz. Het frequentiebereik is afhankelijk van de gebruikte codering. Jammer dat er bij een nieuwe techniek als SACD meerdere methoden zijn, terwijl iedereen roept om standaardisering. Als PCM codering is toegepast, is de hoogst weer te geven frequentie de halve samplefrequentie. Buizenversterkers produceren, door het niet lineaire bovenste gedeelte van de buiskarakteristiek harmonischen die muzikaal gezien een relatie hebben met de grondtoon. Deze “vervorming” klinkt door in het ultrasoongebied en wordt muzikaler ervaren dan de Harmonische vervorming die optreedt bij oversturing van een transistorversterker.
De laatste schakel is de luidspreker. Er zijn fabrikanten van hoge tonen luidsprekers, b.v. Tannoy, die hierop inspelen en de hoge tonen weergave van hun “super tweeters” tot 40 kHz oprekken. Electrostatische luidsprekers geven ook vaak tonen boven de 20 kHz weer.
Een Amerikaanse vinding, de 'Acoustic Spotlight' maakt gebruik van een ultrasoon draaggolf om het daarin opgesloten hoorbare geluid net als een lichtspot in een smalle bundel af te kunnen stralen. Dit kan zo extreem (minimaal 6°), dat het geluid b.v. in de disco, alleen hoorbaar is op de dansvloer en je bij de bar, ook als slechthorende nog een redelijk gesprek met de buurman kunt voeren. Er is een laser nodig om de speaker uit te richten. Deze techniek wordt nog geperfectioneerd.
Ik sluit niet per definitie niets uit.
Ik had mijn informatie hiervandaan en ooit een leraar geluidstechniek die vertelde dat de transienten van een instrument waarneembaar zijn en in relatie staan tot de grondtoon. Die zijn karakteristiek voor een instrument. Een viool produceert dus veel transienten die wij in theorie niet kunnen horen. Toch lijkt het erop of wij die transienten kunnen waarnemen.
Maar goed. Het zal per mens verschillen die waarneming. Ik hoor ook verschil in speaker kabels van goedkope makelij en van den Hul kabels. Er zijn ook mensen die dat niet waarnemen. Heel persoonlijk dus. Ik vind de gedachte erachter eigenlijk wel mooi. Ik hoor nog steeds liever een echter trompet en viool dan een sample. Dat echte doet me toch echt wel iets meer.
http://www.hetlok.nl/hetlok/ktfnieuws/2005-01/04.htm
Een deel hieruit.
Muzikale aspecten.
Stellingen over geluidsbeleving zijn moeilijk objectief te omschrijven. De verwerking van signalen door het brein, zal de wetenschap nog wel een aantal jaren bezighouden. Individuele personen zijn medisch gezien ook verschillend en de belevenis van muziek is ook afhankelijk van hoe de perceptie van ons eigen brein in elkaar steekt. Het is al moeilijk genoeg om ons eigen 'computertje' te begrijpen door de vele processen die zich op de achtergrond afspelen en we niet bewust meemaken. Dit houdt een grijs gebied in stand, dat niet te vatten is in exacte metingen of te omschrijven met termen die door iedereen op gelijke wijze worden verstaan. Wat horen “Audio Freaks” anders dan anderen?
Een van de uitgangspunten in de subjectieve geluidsbelevenis is, dat signaalvervorming ook in het ultrasoongebied leidt tot een minder prettige geluidservaring. Een adequate filtering van signalen in de D/A -converters (Digitaal naar Analoog omzetters) van b.v. een CD-speler is erg belangrijk. Hierbij moet vooral gelet worden op vervorming rond de halve samplefrequentie, n.l. rond 22 kHz. Bij een aantal moderne 'walkman' -achtige CD-spelers resulteerde de slechte filtering al in een goed hoorbare storing als er in de muziek tonen vanaf circa 8 kHz voorkomen.
Bij versterkers is het belangrijk om de frequentiekarakteristiek te verhogen naar 50 kHz. Als dit niet haalbaar is, is het beter om alle frequenties boven de 20 kHz er radicaal uit te filteren.
Bij SACD (Super Audio CD) wordt voor een betere definitie al gewerkt met een 24 bits, i.p.v. de gebruikelijke 16 bits codering, waarbij de standaard CD samplefrequentie van 44,1 kHz, verhoogd is naar 96 kHz of 192 kHz. Het frequentiebereik is afhankelijk van de gebruikte codering. Jammer dat er bij een nieuwe techniek als SACD meerdere methoden zijn, terwijl iedereen roept om standaardisering. Als PCM codering is toegepast, is de hoogst weer te geven frequentie de halve samplefrequentie. Buizenversterkers produceren, door het niet lineaire bovenste gedeelte van de buiskarakteristiek harmonischen die muzikaal gezien een relatie hebben met de grondtoon. Deze “vervorming” klinkt door in het ultrasoongebied en wordt muzikaler ervaren dan de Harmonische vervorming die optreedt bij oversturing van een transistorversterker.
De laatste schakel is de luidspreker. Er zijn fabrikanten van hoge tonen luidsprekers, b.v. Tannoy, die hierop inspelen en de hoge tonen weergave van hun “super tweeters” tot 40 kHz oprekken. Electrostatische luidsprekers geven ook vaak tonen boven de 20 kHz weer.
Een Amerikaanse vinding, de 'Acoustic Spotlight' maakt gebruik van een ultrasoon draaggolf om het daarin opgesloten hoorbare geluid net als een lichtspot in een smalle bundel af te kunnen stralen. Dit kan zo extreem (minimaal 6°), dat het geluid b.v. in de disco, alleen hoorbaar is op de dansvloer en je bij de bar, ook als slechthorende nog een redelijk gesprek met de buurman kunt voeren. Er is een laser nodig om de speaker uit te richten. Deze techniek wordt nog geperfectioneerd.