Hier haak ik af. Maar dank voor alle reacties tot dusver, nu snap ik het meeste ook
Tracking is heel simpel.
Je hebt een synthesizer zoals een Minimoog. Speel je een hogere noot op het toetsenbord, dan hoor je een hogere toonhoogte. Lagere noot > lagere toonhoogte.
Dat komt omdat het toetsenbord een voltage uitstuurt. De oscillator is een zogenaamde Voltage-Controlled Oscillator. Wat is er voltage-controlled aan? De frequentie van de golf die de oscillator uitstuurt.
Je kunt bij sommige synths de oscillators ook het toetsenbord laten negeren. Dan blijft alles gewoon altijd op dezelfde toonhoogte spelen, ongeacht of je nu een hoge of lage noot speelt. Waarom zou je dat willen? Nou, in sommige gevallen is het nuttig, bijvoorbeeld als je een kickdrum bouwt op je synth. Zonder tracking speelt elke noot dezelfde kick op dezelfde hoogte.
Filters zijn ook voltage-controlled. Tracking op een filter wil zeggen dat de cutoff frequency hoger is bij hogere noten, en lager bij lagere. Als je de resonantie op 100% zet krijg je bij een zgn. zelf-oscillerende filter een fluittoon; de toonhoogte van die fluittoon kan geregeld worden door het toetsenbord. Als je filter tracking uitzet maakt het niks uit welke noot je indrukt; die toonhoogte is dan altijd hetzelfde, in feite net zoals bij oscillators.
Zet de resonantie vol open in Sylenth. Zet filter tracking op 100% (dzw 1 octaaf hoger op het toetsenbord is 1 octaaf hogere fluittoon), en draai de cutoff omlaag totdat je iets hoort. Dit is vrij saai; je hoort gewoon een sinus (want dat is wat resonantie is). Als je nu een akkoord speelt hoor je 3 losse noten.
Zet je nu de oscillators ook open, dan hoor je in feite 2 gestapelde akkoorden; 1 wordt gespeeld door de resonantie, 1 wordt gespeeld door de oscillators.
Als je een filterplugin gebruikt kun je dus wel akkoorden spelen met de oscillators, maar omdat er maar 1 filter zit waar het hele akkoord-geluid doorheen gaat, hoor je dus maar 1 fluittoon van de resonantie ipv 3.
Dat duidelijker?
Het concept van tracking is iets wat vaak wordt overgeslagen omdat het zo iets natuurlijks is; je verwacht op een piano bij hogere toetsen ook hogere noten. Zo ook met het principe van gate; (m.a.w. wanneer moet de envelope beginnen te werken). Je slaat een toets aan en verwacht geluid te horen.
Bij modulaire synthese is bovenstaand echter geen gegeven, of zelfs wenselijk. Wat als je de toon continu wil laten klinken zonder begin of eind? Dan zit een envelope met een gate alleen maar in de weg.
Het levert interessante geluiden op als je deze dingen van elkaar kunt ontkoppelen. Denk aan een arpeggio spelen op een piano:
C-E-G-C-E-G-C-E-G
Elke noot is los. Elke noot heeft een einde en een begin omdat je als je de C los laat de E gaat spelen, en de E loslaat de G gaat spelen.
Een analoge oscillator houdt niet op met spelen. Het "ophouden" moet je dus simuleren met een envelope en een VCA (de envelope om te luisteren naar wanneer je toets indrukt - "wanneer moet ik mijn curve beginnen te volgen?" en de VCA om daadwerkelijk iets met de geluidsterkte te doen - "stilte is gelijk aan een versterker op 0 volume").
In het meest eenvoudige geval doe je dat op een sequencer als er een nieuwe noot begint. Bij een TB-303 is dat bijvoorbeeld niet zo; daar zeg je per stap of de toonhoogte moet veranderen of niet, en per stap of er nu een nieuwe noot begint (standaard is dat zo, maar als noot 2 een slide heeft is dat niet).
Het loont zich om niet gelijk af te haken; je haalt zo veel meer uit je apparatuur.