Galm en zelfs de akoestiek van bestaande concertzalen is inderdaad een van de vele dingen die je kunt maken met Schaal-Schuif-Mix. Tot hier is alleen nog maar sprake van Schuif-Mixen en ook dan zie je al een soort "galm" ontstaan: negen reflecties worden aan een signaal toegevoegd. Maar het is wel een heel rare galm: alle reflecties zijn precies even hard.
Of het nu gaat om spraak of muziek, om galm of filters, meestal spreek je òfwel in termen van tijd-effecten òfwel in termen van frequentie-effecten. Bijvoorbeeld galm is duidelijk een tijd-effect. En een filter verandert de klankkleur en is dus een frequentie-effect (spectrum). Toch zijn tijd en frequentie altijd twee aspekten van hetzelfde geluidseffect. Dat wil zeggen: je kunt over een filter net zo goed praten in termen van tijd, en over galm net zo goed in termen van frequenties. Er bestaat dan ook een directe "vertaling" van de een naar de ander: de Fourier transformatie (FFT). Bijvoorbeeld als het gaat om de galm van een opnamestudio praat je liever in termen van frequenties: bepaalde frequenties kunnen soms veel harder klinken dan andere; dan beschouw je galm dus even als een filter. En, guess what, galm
is dan ook niets anders dan een filter! Omgekeerd produceert elk filter een
galm, ook al is die vaak zo kort dat je dat niet als galm waarneemt, maar als verkleuring van de klank.
Zo ook deze Schuif-Mix-bewerking. Je ziet in het plaatje die verschoven kopieën en denkt automatisch in termen van reflecties, dus van tijd. Toch is Schuif-Mix veel gemakkelijker te snappen als je erover praat in termen van klankverandering, frequenties, preciezer gezegd: in termen van
sinusgolven van verschillende frequenties. Deze Schuif-Mixbewerking met tien componenten is een filter dat sinusgolven van welgeteld vijf frequenties
volledig tegenhoudt!! Die frequenties zijn:
Code:
1 X Fs/10 = 4410 Hz
2 X Fs/10 = 8820 Hz
3 X Fs/10 = 13230 Hz
4 X Fs/10 = 17640 Hz
5 X Fs/10 = 22050 Hz
(Fs is de samplingfrequentie: 44100 Hz.)
Als je een sinustoon maakt met een frequentie uit het rijtje hierboven, en je telt tien samples bij elkaar op, dan krijg je steeds nul, bij welke sample je ook begint.
Hieronder een plaatje voor een sinus van 3 X Fs/10 = 13230 Hz.
Ook als je een mix maakt van vijf sinussen met frequenties uit dit rijtje, welke amplitude en fase je ze ook geeft, altijd zullen tien achtereenvolgende samples de som nul opleveren. Maar een zaagtand of een blokgolf van 4410 Hz dan? Die zijn volgens Fourier ook mixen van sinussen uit dat frequentierijtje!
Daarmee hebben het meest exacte antwoord op vraag (3) van #120:
geluid + geluid + geluid + geluid + geluid + .... = stilte ???
Morgen de bijbehorende frequentiekarakteristiek van deze Schuif-Mix-bewerking en de verklaring waarom het "geblokte signaal" doffer klinkt dan de gatensinus.