Bamboe orgel met MIDI

ProtoHuman

Gepokt en gemazeld
Lid sinds
15 februari 2003
Berichten
6.606
Locatie
Weesp
Tijdens het festival van de AKI (kunstacademie van Enschede) Presenteerde Hans van Koolwijk zijn nieuwe kunstwerk: een gigantisch muziekinstrument van bamboe, getriggerd met MIDI. Mijn broer studeert aan de AKI en was zo aardig een paar plaatjes te schieten. Eerst een korte rondleiding, twee overzichtsplaatjes:
plaatje1.jpg

plaatje2.jpg



In deze box worden de pijpen voorzien van lucht. Links komt de lucht binnen. Het mechanisme in het midden wordt met MIDI bedient, onder de exit.
plaatje3.jpg


Deze vier pijpen krijgen lucht uit het kastje erachter, wat je hierboven als detail zag. Samen vormen ze dus één ''oscillator'' :)
plaatje5.jpg



Voor hogere tonen worden deze kleine fluiten gebruikt:
plaatje4.jpg
 
6.jpg

Dit is de MIDI controller. De schuiven in het midden zijn voor het volume per stem, de knoppen onder vormen een soort klavier. De knoppen boven dienen als 'hold' knop per stem. De schuiven aan de zijkant worden later misschien nog gebruikt.
 
Ik zal nog ff proberen contact op te nemen met van Koolwijk en Van Eck, om te vragen wat hij precies met MIDI heeft gedaan e.d. (hans van Eck heeft hem bij de integratie van MIDI geholpen)
 
Nog een paar plaatjes:
plaatje7.jpg

Hier wordt het instrument bespeeld door van Koolwijk en Van Eck. Je ziet ook een laptop staan: door het gebruik van MIDI kun je gewoon een sequencer gebruiken :)


plaatje8.jpg

nog een overzichtje. De lange pijpen zijn voor het opwekken van de laagste frequenties. Bij het vorige instrument van hen lag de hele vloer vol met die dingen om een zo laag mogelijk geluid te krijgen. Ben benieuwd of dat hier ook nog gaat gebeuren...
 
Hmm, bij Feedback hebben ze 'm nog niet.
 
Weet je zeker dat Hans op die foto één van de twee bespelers is?
Ik herken in geen van beide van Koolwijk, of de foto moet erg vertekenen.

Hans van Koolwijk geeft regelmatig cursussen. Ik heb verschillende keren met hem mogen samenwerken.

Het maken van de pijpen is beslist niet de grootste moeite. Ik kom net terug van een week cursus voor kinderen, waar er vlijtig aan zulke zaken wordt gewerkt...

Wout
(nog behoorlijk slaperig)
 

Attachments

  • promo01.jpg
    promo01.jpg
    81,7 KB · Bekeken: 47
Origineel geplaatst door Wout Blommers
Weet je zeker dat Hans op die foto één van de twee bespelers is?
Ik herken in geen van beide van Koolwijk, of de foto moet erg vertekenen.
links Hans van Eck, rechts Hans van Koolwijk (volgens mijn broer dan he :))
 
Hieronder een stukje dat Hans van Koolwijk mij stuurde over dit nieuwe instrument. Zelf weet ie niet zo veel over het MIDI-gebeuren, maar dat mag de pret niet drukken:
Dit stukje is nog veel te kort, maar meer tijd wil ik er nu niet aan besteden.

Ik ben al jaren gefascineerd door fluitklanken. Met name hele primitieve
fluitklanken uit Papua Nieuw Guinea. Die hoorde ik in de jaren tachtig op
plaat. Ben zelf gaan bouwen en merkte dat ik niet wilde studeren op een
fluit, geen virtuoos wilde zijn. Dat is meer iets voor musici. Dus verbood
ik mijzelf om nog met de mond te blazen.
Er volgde een tijd van experimenteren met het duo Simone Simons en Peter
Bosch. Zij bewegen zich nog steeds in 'De Geluidkunst', net als ik. Wij
werkten ondermeer met ballonnen als windvoorziening naar de fluiten, waar
mooie installaties uit voortkwamen. Om meer vrijheid te hebben ben ik alleen
verder gegaan met een permanente windvoorziening, een windmachine uit een
orgel. Met schuiven ben ik de wind naar de fluiten gaan doseren. Meer wind
betekent meer stroming en meer druk. Om een ritme 'tempo' in de klank te
krijgen heb ik een klep ontwikkeld die heel gevoelig is voor fluctuaties in
de windstroom naar - en de winddruk in de fluiten. Zo ontstond mijn grote
muziekinstrument, de Bambuso Sonoro.

Ondertussen ben ik serieus gaan werken aan de fluitklanken. Want het gaat me
in wezen meer om de klank zelf, en om klankverandering, dan om melodie. Dat
is een stadium verder. Ik denk dat onze oren trouwens gevoeliger gemaakt
zijn door de komst van de synthesizer. Die heeft het klankpalet enorm
uitgebreid, juist daar waar het kerkorgel of pijporgel zoals je dat veel in
kerken vindt, uit de belangstelling raakte omdat dat sinds het begin van de
vorige eeuw nauwelijks verder werd ontwikkeld.

Het mooie van mijn instrumentarium is ondermeer dat er zoveel afzonderlijke
klankbronnen zijn, in tegenstelling tot een synthesizer. Ik stel het
instrument altijd zeer wijd op, waardoor er allerlei klotsingen van
klankgolven in de ruimte onstaan, op elke plek anders.
Inmiddels vond ik dat er dan toch maar een cd moest komen, al mis je daarop
die vele klankbronnen, het gevoel echt IN de klank te zijn. Ook mis je het
levende deel, het moment. Een live-concert is altijd anders; op een cd
klinkt het altijd hetzelfde.
Daarna wilde ik 'De Bambuso' in de opslag zetten, maar de cd werd zo'n
succes dat ik er daardoor tot op de dag van vandaag regelmatig concerten op
geef.

Intussen bouwde ik vele klanksculpturen: bouwsels met balgen en slangen en
allerlei details, die mooi zijn om naar te kijken en boeiend om te
beluisteren. Zij werken na een druk op de knop en herhalen steeds hetzelfde,
zij het soms pas na tien minuten. Ik onderzocht allerlei aspecten van
akoestiek en van klank, zoals ondermeer 'de laagste toon' in een enorme
fluit waar je zelf inkunt, Oorsprong', en het 'bundelen van klank' door het
kaatsen via een elliptische schaal, de 'Klankkaatser'.

Mijn werk werd bekender, ik maakte tentoonstellingen in binnen- en
buitenland en allerlei mensen zagen en hoorden er andere dingen in, de
werken genereren betekenissen die ik niet voor mogelijk had gehouden.
Ik verzeilde in allerlei samenwerkingsverbanden, onder andere met Hans van
Eck, van het SCHRECK-Ensemble, Laboratorium voor Live Elektro Akoestische
Muziek. Wij maakten, en maken, 'hybride' klanksculpturen, een gelijkwaardige
mix van elektronica en akoestisch klinkende bronnen. Het meest succesvolle
werk is 'de BassBoxen', waarin grote luidsprekers als luchtpomp fungeren.
Probeer je je daar maar eens een voorstelling van te maken.... Alle wind die
uit een fluitmondje komt moet er ook weer in; het is een zeer snel en
gedifferentieerd hijgen.

Daarnaast probeerde ik al jaren om mijn werk via een nieuw instrument een
groter bereik te geven, een nieuwe impuls. Het oude instrument, de Bambuso,
was uitontwikkeld. Het nieuwe moest sneller, luider, heftiger en flexibeler,
met andere 'registers' dan alleen boventoonfluiten en koren. Bijvoorbeeld met
panfluiten en met clustertjes van steeds vier fluiten.
Toen ik twee jaar geleden een grote overzichtstentoonstelling kreeg in het
Nationaal Museum van Speelklok tot Pierement in Utrecht nam ik de stap om de
computer te integreren. Dat werd een doorslaand succes: vijf maanden lang
een steeds wisselend klankpalet volgens een ingewikkeld computerbouwwerk.

Het is van zeer groot belang om goede assistenten te hebben; in de
elektronica kan ik niets alleen.

- Aan de basis staat een geweldig 'brein', Jo Scherpenisse, toendertijd
werkend aan het Conservatorium in Den Haag, nu gepensioneerd. Hij is
misschien wel de beste elektronica ontwerper van Nederland. Hij heeft het
ontwerp van de hardware bedacht, gebruik makend van MIDI.
- Hans Timmermans, een hoofd-docent aan het KMT, ontwierp voor mij in het
programma 'MAX'de software die ik gebruikte om, binnen te bepalen grenzen,
een steeds veranderende compositie te maken met de verschillende onderdelen
van de tentoonstelling. Ik snap daar niets van, maar kan het wel slim
inzetten. Zijn studenten bouwden de elektronische kant van de
tentoonstelling voor mij op.
- Daarnaast heb ik een goede elektrotechnicus, iemand die de schema's kan
lezen en ze kan bouwen. Er moet namelijk een 'vertaalslag' gemaakt worden
tussen de computer en de elektromagneten die de kleppen naar de fluiten
openen en de servomotoren die de schuiven openen voor meer of minder wind.
- Tevens heb ik veel profijt van Hans van Eck die mijn computer 'in de
gaten' houdt, want zelf kan ik nog geen programma installeren, en die nu de
vaste gastspeler wordt van het nieuwe instrument. Hij componeert ook en
heeft een groot aandeel gehad in de totstandkoming van mijn cd.
- Zelf formuleer ik in overleg met iedereen mijn wensen, zeer belangrijk,
en bouw de nooit eindigende reeks houten kasten, dozen, mantels, slangen,
pijpen, balgen en niet te vergeten de bamboe- en andere fluiten.
En ik heb contact met alle instituten die iets met mijn werk willen doen.

Het nieuwe instrument bestaat kort gezegd uit de succesvolste delen uit de
Speelklok-tentoonstelling. Ik wilde een met twee handen bespeelbaar
instrument, zonder computer, waarop 'schuifpotmeters' en toetsen met een
'houd-functie' en ook toetsen die je moet blijven indrukken en die stoppen
zodra je ze loslaat.
Dat instrument is er nu, het is bijna klaar. Een prettige bijkomstigheid is
dat je het gespeelde op kunt nemen op de computer en het later af laten
spelen. Daar kun je zelf weer iets nieuws bij spelen, maar daarmee hebben we
nog niet veel ervaring. Het kan zijn dat het snel te ingewikkeld wordt, dat
het er niet beter op wordt. Het gaat om een optimum, niet om een maximum.
Een paar jaar geleden hoorde ik .... zeggen dat ontwerpers uitgaan van
'mogelijkheden' en dat kunstenaars uitgaan van 'karakter'. Welnu, ik heb een
instrument willen laten bouwen dat karakter heeft.
Nu willen we het goed leren te bespelen en willen we de klank verder
ontwikkelen door fluiten aan te passen en meer op elkaar af te stemmen. Ik
heb niets met 'gelijk zwevende stemming', ik ga meer uit van wat zich
voordoet door de toevallig voorhanden zijnde lengte van de bamboes.

Van de elektronica - binnenkant weet ik niets; ik bedien er fluiten mee op
afstand. Er lopen een paar simpele mididraadjes naar wat kastjes met
elektronica en dan naar wipmagneten en servoschuiven. Hier en daar een
voedinkje en ik heb net een frequentieregelaar op de windmachine gezet, zodat
de totale winddruk en -stroming gereguleerd kan worden, en dat is het dan. Ik
schuw de elektronica niet, maar heb er domweg geen hoofd voor.

Het werk is ook een beeld. Heeft een uitstraling, is om naar te kijken. Op
dit moment is het een nogal statisch beeld, alleen de lichtjes die
aanfloepen bij klinkende fluiten maken het interessant tijdens het spel. Ik
zin nog op meer beweging.

Maar eerst maar eens naar Boekarest, waar ik samen met Hans van Eck en
locale Roemeense musici op 24 mei een concert geef in het 'International New
Music Week' Festival, georganiseerd door de Roemeense afdeling van the
International Society of Contemporary Music.
Daarna snel naar Utrecht, waar, als het goed is, op 29 mei een viering is
ter gelegenheid van het zevenhonderdvijftigjarig bestaan van de Dom.

Er is nog veel meer te vertellen over mijn werk, maar dat valt nog verder
buiten het kader van de synthesizer dan het bovenstaande.

Ik vind het moeilijk om de gestelde vragen te beantwoorden. Ik probeer niet
iets specifieks te bereiken, heb geen speciaal doel. Ik ben veeleer op een
bloedserieuze manier aan 't spelen in mijn zelf gecreeerde 'tuin' en vind
het heel prettig dat anderen de resultaten interessant vinden. Er is wel een
bron, ik ben nieuwsgierig. Ik ben oprecht benieuwd naar wat er nog meer uit
kan komen en daarom werk ik keihard, zodat ik nog vele nieuwe dingen kan
creeren.

Ik word enorm geholpen door de curatoren van tentoonstellingen en
directeuren van festivals die mijn werken willen plaatsen en ik word
geinspireerd door de gesprekken die ik met hen voer, alsmede door de
fantastische locaties waarin ik soms terecht kom.
Daarnaast word ik regelmatig gesponsord door het Fonds voor de Beeldende
Kunst, Vormgeving en Bouwkunst en door Stichting Gaudeamus, door de
Mondriaanstichting en het Amsterdams Fonds voor de Kunst, alsmede door het
Fonds voor de Scheppende Toonkunst. Zij allen maken mijn werk mogelijk.

Tot zover, hopelijk voldoet het aan je verwachtingen.

Hartelijke groet, Hans van Koolwijk..
 
Back
Top