The Art of Electronics

Als je het zo bekijkt zeg ik: graag gedaan ;)
Toch kijk ik daar nu anders tegen aan. Ik geloof niet dat veel van die herriemakers van grote invloed zijn geweest op de ontwikkelingen van al dat 'moois' dat ons nu tot onze beschikking staat. Het zijn enkelingen die wel betekenis hadden. De rest is gewoon herrie --> rotzooi. Inspiratieloos getrut met de moedwillig poging wetten van de estitica te breken. Kortom; mindere geesten die wat lawaai aan het maken zijn omdat het lawaai is en indruist tegen de normen van de tijd waarin het is gemaakt. Dat is wel lekker avant-garde maar zet geen zode aan de dijk. Conceptueel mag het dan soms wel boeiend zijn maar qua uitvoering is het gewoon onsamenhangende herrie dat nogal uitwisselbaar is met andere herriemakers.
 
Als je het zo bekijkt zeg ik: graag gedaan ;)
Toch kijk ik daar nu anders tegen aan. Ik geloof niet dat veel van die herriemakers van grote invloed zijn geweest op de ontwikkelingen van al dat 'moois' dat ons nu tot onze beschikking staat. Het zijn enkelingen die wel betekenis hadden. De rest is gewoon herrie --> rotzooi. Inspiratieloos getrut met de moedwillig poging wetten van de estitica te breken. Kortom; mindere geesten die wat lawaai aan het maken zijn omdat het lawaai is en indruist tegen de normen van de tijd waarin het is gemaakt. Dat is wel lekker avant-garde maar zet geen zode aan de dijk. Conceptueel mag het dan soms wel boeiend zijn maar qua uitvoering is het gewoon onsamenhangende herrie dat nogal uitwisselbaar is met andere herriemakers.

Een kind van 5 jaar zal een boek over de relativiteitstheorie zo boeiend vinden omdat je er pagina's uit kunt scheuren waarvan je vliegtuigjes en hoedjes kunt vouwen. Datzelfde kind zal bij een heleboel muziek die jij fantastisch vindt voornamelijk gekke bekjes trekken. Ik doe dat zelf trouwens, na 63 jaar muziek gehoord te hebben, ook nog zowat de hele dag. Maar sommige muziek, die ik ooit classificeerde als gekke-bekjesmuziek, ben ik toch gaan waarderen. Er zijn ook gekke-bekjesstukken waar ik stapelverliefd op ben geworden en die mij een zucht van verlichting doen slaken om het simpele feit dat ze überhaupt bestáán te midden van al de megastupiede, dorre eenheidszut die ons trommelvlies de hele dag teistert. Wat is er in die tussentijd gebeurd in je hoofd? Ik weet het niet. De entropie in het brein neemt toe, zou het dàt zijn? Dat is een ingewikkelde manier om te zeggen dat dingen niet beter of mooier, maar wel genuanceerder en geprononceerder worden. Dat geldt ook voor de manier waarop je muziek beleeft. Herrie kan muziek worden. Muziek kan herrie worden.
 
Wauw WaveGuide7, prachtig gezegd. Precies de ervaring die ik heb met het grensvlak tussen herrie en muziek. En aanzienlijk beter geformuleerd dan mijn standaard "Ik weet niet wat het is, het is gewoon vet" antwoord :)
 
Zeker mooi geschreven :okdan:
Ik wil het nog hiermee aanvullen:
Er zijn ook veel manieren van luisteren.
Wat wil je horen, waarnaar ben je opzoek?
Ook zijn er luistermomenten en luisterplekken.
Overdag, 's avonds, in bed, in de keuken, op de bank?
Enz.

Geluid is het eerste wat je ervaart als foetus.
Dat is wat ons verbind.

John Cage over geluid:
https://www.synthforum.nl//nl.pinterest.com/pin/create/extension/
 
Luister op 29-07-2015 naar Electronic Frequencies:

T o u r d e F o r c e

Tour%20de%20Force%202.jpg


Drie componisten: Dick Raaijmakers, Godfried Willen Raes, Roland Emile Kuit

Tour de Force: At the fourth of July, the start of the Tour the France 2015 was launched from Utrecht, the Netherlands. Homebase of the Concertzender. Not only the cyclists but also composers, performers and equipment have created some amazing achievements with bicycles.

1/ Grafische Methode Fiets/The Graphic Method Bicycle(1979) - Dick Raaijmakers
2/ Zingende fietsen/Singing Bicycles(1976) - Godfried-Willem Raes
3/ De onmogelijke fiets/The impossible bicycle(2015) - Roland Emile Kuit

Link info en uitzending:
http://www.concertzender.nl/programmagids/?date=2015-07-29&month=0&detail=79458

 
Today Japan, 70 years Hiroshima.


Jean Claude Risset
In France, Jean Claude Risset (1938-) read the Science paper. At the time, he was doing graduate work in physics in Paris. Enthused by Mathews' article, Risset obtained a grant from a French research agency to do his thesis research at Bell Labs. In 1964 Risset succeeded Tenney as research composer in residence. He was impressed with the interdisciplinary environment at Bell, which he found far less territorial than in European research centers. There was also no pressure for an immediate application, as they were involved in long-term, speculative research.

Risset became one of the first to research timbre with the new digital tools. He began with the trumpet, making digital recordings, and then spectral analyses. He found that describing the timbre was not a simple matter, and in fact there was no one timbre for the instrument at all. For one thing, the relative amplitudes of the harmonics was not fixed, but dynamic. Thus, to synthesize the trumpet effectively, the spectrum had to change in the right frequencies and at the right rates. The higher harmonics entered later than the lower harmonics. Also, the spectrum varied with loudness of the instrument -- when it was played louder, there were more higher harmonics. Risset's work is a fascinating study of acoustics applied to music, and his compositions remain early classics in the field of computer music.

SOURCES:
Liner notes, James Tenney: Selected Works, 1961-1969, Artifact Recordings, 1992.
Max Mathews, keynote address at International Computer Music Conference, New Orleans, 2006.

Music for Little Boy. a play written by Pierre Halet. The play dramatizes a nightmare suffered by the pilot who flew the plane over Hiroshima when the atom bomb was dropped, who by some accounts was plagued by the guilt and mental disorder afterwards. In one section, the pilot identifies himself with the falling bomb, analogous to his ever-descending mental collapse. Risset dramatized this section of the nightmare with an endless descending glissando.

gliss.gif


Jean-Claude Risset - Computer Suite From Little Boy - 1968
https://www.synthforum.nl//nl.pinterest.com/pin/create/extension/
 
Andrew Rudin

10681513_10204906651614820_413572793_n.jpg


Charles Andrew Rudin was born in Newgulf, Texas, on April 10, 1939. He became interested in music early in his childhood, and began to take piano lesson when he was 7-year-old, with Lila Crow, the only piano teacher in Newgulf. She also took the young student to attend operas in Houston, Texas. Some time later Andrew Rudin also studied trombone and cello, and began to compose his own pieces at age 15.

In 1957, Rudin entered the University of Texas, in Austin. Also at that time, he became aware of the works by european experimental composers, including Pierre Schaeffer's musique concrète, Karlheinz Stockhausen's elektonische musik, and Vladimir Ussachevsky and Otto Luening's tape music. In early '60s, he left the University of Texas and moved to Philadelphia to attend the University of Pennsylvania, where he studied with composers George Rochberg, Karlheinx Stockhausen, Ralph Shapey, and Hugo Weisgall. After his graduation, Andrew joined the faculty of The Philadelphia Musical Academy. A friend of Andrew's from high school had just joined the dance company of the famous choreographer Alwin Nikolais, who was one of the very first customers of Robert Moog - Nikolais had bought one of the first Moog Synthesizers in 1964. The choreographer was also responsible for Andrew Rudin's very first contact with the Moog Synthesizer. When Rudin became aware that the University of Pennsylvania's music department was beginning to set their studio for experimental music, he contacted Robert Moog and U Penn soon had the first large-scale electronic music studio designed by Bob Moog. In 1966, Rudin composed and realized his first composition with the Moog Synthesizer, "Il Giuoco," a piece for film and synthesized sounds.

During the seventies, Andrew Rudin taught electronic music, composition, and music theory at The Philadelphia Musical Academy. In 1972 "The Innocent", an opera that blended orchestral music, electronic sounds, and voices was premiered. Andrew Rudin not only composed the score, but also was the responsible for the scenery, projections, and costumes. In 1975, Alwin Nikolais hired Andrew Rudin as his music assistant, and he collaborated with Nikolais in several performances, including "Styx," "Arporisms," "Guignol," and "Triad." Andrew also composed for the choreographer Murray Louis the electronic pieces "Porcelain Dialogues" and "Ceremony."

Andrew Rudin - Tragoedia:
 
Ik zie de herkansing in de programma gids van de Concertzender.
Nu maar hopen dat de heren technici hun werk gedaan hebben.

26-08-2015
T o u r d e F o r c e


Tour%20de%20Force%202.jpg



Three composers: Dick Raaijmakers, Godfried Willem Raes, Roland Emile Kuit and bicycles @ Electronic Frequencies
1/ Grafische Methode Fiets/The Graphic Method Bicycle(1979) - Dick Raaijmakers
2/ Zingende fietsen/Singing Bicycles(1976) - Godfried-Willem Raes
3/ De onmogelijke fiets/The impossible bicycle(2015) - Roland Emile Kuit


http://www.concertzender.nl/programmagids/?date=2015-08-26&month=0&detail=80235
 
Robert Ashley
(March 28, 1930 – March 3, 2014) was an American composer, who was best known for his operas and other theatrical works, many of which incorporate electronics and extended techniques.

concrete20090119-6thumb.jpg


Ashley was born in Ann Arbor, Michigan. He studied at the University of Michigan with Ross Lee Finney, at the Manhattan School of Music, and was later a musician in the US Army. After moving back to Michigan, Ashley worked at the University of Michigan's Speech Research Laboratories. Although he was not officially a student in the acoustic research program there, he was offered the chance to obtain a doctorate, but turned it down to pursue his music. From 1961 to 1969, he organised the ONCE Festival in Ann Arbor with Roger Reynolds, Gordon Mumma, and other local composers and artists. He was a co-founder of the ONCE Group, as well as a member of the Sonic Arts Union, which also included David Behrman, Alvin Lucier, and Gordon Mumma. In 1969 he became director of the San Francisco Tape Music Center. In the 1970s he directed the Mills College Center for Contemporary Music.

"Automatic Writing" is a piece that took five years to complete and was released by Lovely Music Ltd. in 1979. Ashley used his own involuntary speech that results from his mild form of Tourette's Syndrome as one of the voices in the music. This was obviously considered a very different way of composing and producing music. Ashley stated that he wondered since Tourette's Syndrome had to do with "sound-making and because the manifestation of the syndrome seemed so much like a primitive form of composing whether the syndrome was connected in some way to his obvious tendencies as a composer".

Ashley was intrigued by his involuntary speech, and the idea of composing music that was unconscious. Seeing that the speech that resulted from having Tourette's could not be controlled, it was a different aspect from producing music that is deliberate and conscious, and music that is performed is considered "doubly deliberate" according to Ashley. Although there seemed to be a connection between the involuntary speech, and music, the connection was different due to it being unconscious versus conscious.

Ashley's first attempts at recording his involuntary speech were not successful, because he found that he ended up performing the speech instead of it being natural and unconscious. "The performances were largely imitations of involuntary speech with only a few moments here and there of loss control". However, he was later able to set up a recording studio at Mills College one summer when the campus was mostly deserted, and record 48 minutes of involuntary speech. This was the first of four "characters" that Ashley had envisioned of telling a story in what he viewed as an opera. The other three characters were a French voice translation of the speech, Moog synthesizer articulations, and background organ harmonies. "The piece was Ashley's first extended attempt to find a new form of musical storytelling using the English language. It was opera in the Robert Ashley way".

In the dialogue for Automatic Writing, the words themselves were not necessarily the primary source of meaning—especially not after the kind of audio manipulation Ashley used to modify them. Some of the dialogue became totally incomprehensible.[1] Ashley appreciated the use of voice and words for more than their explicit denotation, believing their rhythm and inflection could convey meaning without being able to understand the actual phonemes.

Ashley engineered the first version of the piece using live electronics and reactive computer circuitry. He recorded his vocal part himself, with the mic barely an inch from his mouth and the recording level just shy of feedback. He then added "subtle and eerie modulations" to the recording, modifying his voice to the point that much of what he read could not be understood.

The piece included four vocal parts that changed over the life of the piece, but in the final recording, the pieces included Ashley's monologue, a synthesized version, a French translation of the monologue, and a part produced by a Polymoog synthesizer.(Wiki)

Robert Ashley: Automatic writing (1979)
 
Als hij er nog niet bij stond, dan bij deze. Dank J.Baars :okdan:

Edgard Victor Achille Charles Varèse

(French: also spelled Edgar Varèse; December 22, 1883 – November 6, 1965) was a French-born composer who spent the greater part of his career in the United States.

C-edgar-varese-150x150.jpg


Varèse's music emphasizes timbre and rhythm and he coined the term "organized sound" in reference to his own musical aesthetic. Varèse's conception of music reflected his vision of "sound as living matter" and of "musical space as open rather than bounded". He conceived the elements of his music in terms of "sound-masses", likening their organization to the natural phenomenon of crystalization. Varèse thought that "to stubbornly conditioned ears, anything new in music has always been called noise", and he posed the question, "what is music but organized noises?"

Although his complete surviving works only last about three hours, he has been recognised as an influence by several major composers of the late 20th century. Varèse saw potential in using electronic mediums for sound production, and his use of new instruments and electronic resources led to his being known as the "Father of Electronic Music" while Henry Miller described him as "The stratospheric Colossus of Sound".

On several occasions, Varèse speculated on the specific ways in which technology would change music in the future. In 1936, he predicted musical machines that would be able to perform music as soon as a composer inputs his score. These machines would be able to play "any number of frequencies," and therefore the score of the future would need to be "seismographic" in order to illustrate their full potential. In 1939, he expanded on this concept, declaring that with this machine "anyone will be able to press a button to release music exactly as the composer wrote it—exactly like opening up a book." Varèse would not realize these predictions until his tape experiments in the 1950s and 60s.(excerpt Wiki)

Varese - Deserts, 1954
 
Back
Top