Zelf ben ik sinds kort op Reaper overgeschakeld en kwam van Cubase 5/6. Cubase gebruikte ik al jaren maar alleen op hobby gebied en ik heb er best wat tijd ingestoken en veel uitgespit maar het bleef toch vaak onoverzichtelijk omdat het gewoon teveel opties had voor mij en die zaten in de weg voor de opties die ik wel gebruikte. Enkele andere DAW's heb ik in de jaren kort geprobeerd maar meteen viel op hoe gewend je eigenlijk bent aan je DAW en dat Cubase toch een hoop opties had die ik niet kon terugvinden in die andere DAWs en zomaar wisselen, daar kruipt best een hoop tijd in. Uiteindelijk begon ik meer en meer third party effecten en instrumenten te gebruiken in Cubase en plots viel ook op hoeveel cpu me dat koste. Dat lag beslist ook aan mijn PC maar slecht was die nu ook weer niet. Uit nieuwsgierigheid ben ik dan Reaper gaan testen en het viel op dat Reaper veel minder cpu gebruikte voor dezelfde plugins...
Het heeft dan nog enkele jaren geduurd maar ondertussen mijn Cubase hier op het forum verkocht en dus eindelijk van die dongle af en en usbingang extra en volledig op Reaper overgestapt. De installatie is 8MB voor versie 5...ongelooflijk toch? Het programma was ook niet makkelijk te begrijpen in het begin maar na heel veel video's kijken op Youtube en terwijl notities nemen ben ik er nu mee vertrokken en wil nooit meer terug.
Om maar 1 ding te noemen wat ik zo fantastisch vind aan reaper is dat je verschillende instrumenten of synths op 1 track kan laden en zo supersnel layeren en dus geen nieuwe tracks moet gaan maken en je midinoten naar daar kopieren en dan een andere synth laden.
Een ander ding is de toolbar. Je kan eender welke functie in Reaper toewijzen aan een toolbar en zo kan je die helemaal customizen naar je eigen likings en gebruiken voor je projecten en moet ik nu bijna nooit meer gaan graven in de tabs.
Alle notities heb ik in puntjes bij elkaar geschreven en je kan ze hieronder vinden. Hopelijk heeft iemand er iets aan:
Cockos Reaper en hoe het werkt:
1. Rechtsklik naast de toolbar. Je kan items verwijderen of via "add" en zoeken in de filter een item toevoegen. Dit is superhandig om items die je vaak gebruikt maar die verborgen zijn in de menus naar voor te halen op de toolbar.
Je kan meer als 1 toolbar gebruiken, rechtsklik naast toolbar en kies switch of open toolbar.
2. Een track in Reaper kan zowel een audio als midi track zijn, afhankelijk van de input die je kiest. Als je via micro opneemt of van externe gear kies je bij input en ingang van je soundkaart. De output gaat standaard naar je master out.
3. De "trim" knop op een track toont je alle "envelopes" die je kan gebruiken voor automation.
4. De I/O knop op een track zorgt voor de configuratie van sends en receives
5.Als je verschillende tracks hebt en je klikt op record arm, record monitoring, solo of mute en sleept de muis naar beneden, kan je alle tracks tegelijk instellen.
6. Als je een stukje audio of midi wil verslepen in je project en het verschuift met een te grote sprong kan je de "grid lines" afzetten via de toolbar. Als je shift drukt tijdens het verschuiven kan je met kleinere sprongen verschuiven.
7. Een item kopieren doe je door ctrl te drukken en het item te slepen naar links of rechts.
8. Selecteren van items doe je met shift + klik (voor alle items te selecteren tussen de items die je aanklikt) of met ctrl + klik voor specifieke items. Speel hiermee in combinatie met verschuiven of kopieren.
9. Alt + sleep item link of rechts versleept de audio in het blokje zelf. Dus begin en eindpunt.
10. Als je aan de kleine witte driehoekjes sleept op een audioblok kan je het blokje vergroten. Je audio wordt dan aangevuld. Reaper loopt het, test dit zeker eens. Een andere manier van kopieren.
11. Als je rechtsklikt op een blokje kan je onder "items & take colors" de kleur veranderen. Als je helemaal links in je track rechtsklikt kan je onder Track Color > "Set track to custom color" kiezen om je hele track te kleuren.
12. Met rechtsklikken kan je ook "split item" kiezen, deze kan je best in de toolbar toevoegen.
13. In de mixer kan je dubbelklikken op een fader om hem weer op standaard waarde te zetten. Als je ctrl drukt kan je in kleinere sprongen verschuiven.
Als je alt drukt en de fader beweegt en alt loslaat springt de fader weer op zijn vorige positie.
14. Als je een send of insert in de mixer opent door er op te klikken en ctrl gedrukt houdt opent het add/remove/bypass venster mee. Als je shift + een send of insert drukt wordt die gebypassed. Je kan de plugins ook van volgorde veranderen door te slepen of kopieren door ze naar een andere track te slepen.
15. In de "Project Bay" kan je alle details van je project bekijken en veranderen, samples uitwisselen, paths aanpassen, enz...
16. Fades maak je met rechter of linker bovenhoek aan audioblok. Als je rechtsklikt op de fadesline kan je de curve veranderen. Als je de autocross fade knop aanzet in de toolbar kan je 2 audioblokken over elkaar schuiven met crossfade effect. Ook hier kan je rechtsklikken voor andere curves.
17. Met trackgrouping kan je bv. de panning en/of volume of eender welke andere parameter van verschillende tracks tegelijkertijd bedienen: Onder de tab "track" moet "track grouping enabled" aangevinkt staan. Selecteer je tracks met shift of control. Dan ga naar "Track grouping parameters" en kies de parameters die je via de group wil besturen. Ze krijgen een rode omranding.
18. Item grouping: selecteer enkele items met ctrl of shift en ga naar tab "item" > "group" > "group item" en ze krijgen een groene omranding en zitten nu in een group. Als je nu 1 item uit de groep aanklikt en verschuift, beweegt alles. In de toolbar is een knop "item edit grouping" hiermee kan je de groupfunctie uitzetten maar de group blijft behouden. Zet de functie weer aan en probeer maar. Om de group te verwijderen: tab "item > group > remove items from group"
19. Audiotakes zijn de verschillende opnames die over elkaar gemaakt worden in reaper. Ze liggen in layers op elkaar. Soms moet je de track naar onder uitrekken om ze allemaal goed te zien. Met de "T" knop spring je naar de volgende take. Als je de takes opsplitst in kleinere deeltjes kan je de take die je actief wil horen, aanklikken en de andere worden gemuted. Deze selectie kan je zelfs opslaan als een "comp" door 1 van de reeds geselecteerde items te selecteren, dan op ctrl + A te drukken, nu zie je dat reaper al je gekozen items herkent en dan ga je naar tab "item" > "comp" > save as comp.
20. Rechtsklik op de tijdslijn en kies remove selection om de items niet meer geselecteerd te hebben.
21. Het virtual midikeyboard kan je docken op je scherm door te rechtsklikken op de balk onder het keyboard. Hier kan je ook aanvinken dat het altijd geactiveerd moet zijn.
22. In de toolbar vind je "Ripple editing" Als je een item aanklikt en deze functie aanzet en het item verschuift, verschuift ook alles wat achter dit item staat mee. Je kan ook "ripple editing for all tracks" doen. Als je het geselecteerde item verwijderd met ripple editing aan, dan verschuifen alle achterliggende items ook naar voor om het lege gat op te vullen. Eveneens kan je met ripple editing aan, een item kopieren, ookal is de plaats rechts van dit item opgevuld met andere items, deze verschuiven nar rechts en maken plaats voor de kopie. Je moet wel de cursor zetten op de plaats waar gekopieerd moet worden. Dit werkt ook met "ripple for all tracks", zo kan je bv. een intro snel dubbel zo lang maken. Opgepast echter, als je met ripple all tracks een item splitst en dan verwijderd verschuift alles naar links en verlies je in de andere tracks evenveel item. Je kan het gebruiken om snel secties in je arrangement korter te maken. Tenslotte kan je bv. een selectie maken, ripple aanzetten en met rechtsklik in selectie "split items at time selection" de items opdelen en dan verwijderen. Alles wordt nu mooi aan elkaar geplakt. Het is vooral gedacht om sneller te kunnen werken en een betere workflow te krijgen.
23. Tussen je track inserts en sends in de mixer zit een lijntje dat je kan verschuiven en hiermee kan je het aantal aanpassen of herverdelen.
24. De routing matrix: onder tab "view". Met links de "sources" en bovenaan de "destinations". De "X" geeft aan dat je elementen niet terug naar zichzelf kan routen. Links dus de inputs van je audio interface en bovenaan rechts de outputs.
In de preferences onder audio kan je onder "channel naming" de naam aanpassen wat handig kan zijn. Je kan hier bv. enkele van je tracks naar een bus/group routen.
25. Als je rechtsklikt op de recordknop kan je de recordfunctie veranderen. Bv. naar time selection auto punch, dan wordt er enkel opgenomen in de time selection area en hier maakt Reaper een 2de take zodat je de eerste opname ook behoudt. Met de optie "autopunch selected items" moet je eerst de items aanklikken met ctrl of shift waar je over wil opnemen en dan op record drukken. Nu worden er nieuwe takes opgenomen, alleen op de plaatsen van de geselecteerde items.
26. Met de rate functie in het transportveld kan je zoals op een platenspeler de snelheid verlagen of verhogen. Als je het dubbelklikt staat de slider weer op default.
27. Tracks maak je door te dubbelklikken onder een track, te rechtsklikken of de tab "Track" te gebruiken.
28. Automation in reaper gebeurt mbv. envelopes. Druk op de "trim" knop van de track en je krijgt alle envelopes te zien va ndiie track. Met de "highlight" en "filter" functie kan je makkelijker zoeken als de lijst te lang is. Kruis je keuze aan en nu verschijnt er onder je track een automationspoor. Je kan de automationlijn verschuiven en als je rechtsklikt ergens in het spoor kan je op die plaats nieuwe punten aanmaken en deze bewegen. Ze bewegen op de grid, als deze aanstaat. Met Alt en klik op het punt kan je het weer verwijderen. Als je ctrl indrukt verandert de pijl in een potlood en kan je gewoon punten tekenen. Als je verschillende punten met rechtermuisknop selecteert kan je ze met links aanklikken en verschuiven of kopieren met ctrl + C en met ctrl + V ergens anders plakken. Als je de grid afzet kan je ze meer vrij bewegen. In het automationspoor kan je uit 3 opties kiezen: je kan het spoor verbergen, wissen of invoegen in je audio of midispoor. Laatste zeker proberen. Onder de trimknop vind je ook de automationmode. Kies touch, latch of write en neem je automation op door tijdens play met de regelaar te schuiven. Zet de mode nadien steeds terug op read. In read is de regelaar steeds groen gekleurd. Je kan de envelopes ook op aparte items gebruiken. Rechtsklik deze en kies "take" en daarstaan de verschillende envelopes voor die take.
29. Exporteren van je project in een audio mixdown doe je door file>render. Als je bij "source" stems kiest export hij alleen de geselecteerde tracks. Bij "render bounds" kan je kiezen welk deel van je project geexporteerd moet worden. Rechts naast filename kan je wildcards kiezen. Bv: de dag en jaar toevoegen aan je titel. Onder options kan je kiezen of je offline rendert of online, online is terwijl je project afspeelt en meestal dus trager, maar dit hangt van het aantal plugins af. Tenslotte kan je ook een renderqueue maken. Een lijst van alles wat je wil renderen, zelfs uit verschillende projecten en deze dan via file>open render queue allemaal tegelijk renderen. Als je zou exporteren in CD kwaliteit: 16bit PCM, moet je wel de opties "dither" & "noise shaping" aanvinken. Je kan op "show in finder" drukken om direct nar je gerenderde file te gaan.
30. Een reverb send aanmaken doe je zo: Laad een spoor met je reverb er op.
Ga naar de routing matrix en zoek je reverb bij destinations en klik er onder verticaal dus, alle sporen aan die naar de reverb send gezonden mogen worden.
Als je nu naar je mixer gaat, zie je hier onder sends de reverb staan bij de sporen die je had uitgekozen samen met een gainknop om aan te geven hoeveel van het signaal je naar de reverb wil sturen.
31. Voor je aan een project begint ga je best even naar File>Project settings.
Hier kan je commentaar schrijven ivm. je project en onder media kan je een folder ingeven waar de bijkomende mediabestanden dienen opgeslagen te worden zodat niet alles in dezelfde map komt en het verwarrend wordt.
32. Rechtsklik op het metronoom icoon en je krijgt de settings waar je de sound kan verandeen, het volume en de preroll kan instellen.
33. Met de snapfunctie uit de toolbar enabled passen items zich automatisch aan aan de grid. Als je snap afzet kan je ze vrij bewegen. Ook je selection en de cursor passen zich aan de grid aan met snap enabled.
34. Als je een item split met "S" en je zoomt in, zie je hele kleine fades die door Reaper gemaakt worden. Mochten die storen kan je ze afzetten onder Preferences>Project>Media item defaults.
35.Met Ctrl+X of Ctrl+C kan je items knippen of kopieren en weer plakken door de cursor op de gekozen plaats te zetten en Ctrl+V te drukken.
36. Je kan rechtklikken op een item en onder item settings, lock item kiezen, er verschijnt nu een slotje boven je item. Het kan nu niet meer bewogen worden maar wel gekopieerd bv. Onder item settings zit ook "loop item source" als je dit hebt opstaan en je verlengt je item of sample, kopieert Reaper de sample als een loop in het verlengstuk. Je kan hier ook "reverse active take" kiezen of je items kleuren.
37. Als je midi clock wil sturen naar 1 van je externe toestellen ga je eerst naar preferences en onder devices rechtsklik je het device dat de midi clock moet verzenden, bv: Midi-out D van je 4x4 Midi sport, of de midi out van je soundcard.
38. Input FX: Hier kan je eveneens plugins laden (vanuit de mixer) die vóór je signaal in de ketting komen. Dit betekent dus dat ze meteen mee opgenomen worden en dus destructief zijn, je kan er niks meer aan veranderen nadien. Waarvoor dit eventueel handig zou kunnen zijn is voor delay of reverb die een invloed hebben op de manier van inspelen. Je moet direct monitoring aanzetten om de input FX te horen dus een ander voordeel kan zijn dat er geen latency is...
39. Geimporteerde samples zitten niet automatisch in het gesavede project.
Ga naar Preferences\media en vink "copy imported media to project directory" aan.
40. In de project Media Bay kan je al je samples zien. Je kan mappen aanmaken en daar je samples inslepen. Je kan de Media Bay linken aan je project en als je dan op de snare drukt worden die gehighlight in je project. Onder options kan je "automatically retain media items when removed from project" aanvinken, als je dan samples uit je project wist blijven ze beschikbaar in de Media Bay.
41. Dubbelklik op een track om alle items ervan te selecteren.
42. Je kan het uitzicht van je track heel makkelijk veranderen door 1 of meerdere tracks te selecteren en naar tab Track te gaan en onder "set track layout" en dan bij "track panel" ies anders te kiezen. Je geraakt er ook door te rechtsklikken op je track.
43. Track folders: eigenlijk grouptracks. Maak een track, geef hem een naam, bv group1 en activeer het kleine foldericoontje rechtsonder in de track (het wordt een plus), alle tracks die nu onder de trackfolder staan of gesleept worden, zitten in de groep. Je kan dingen zoals mute, volume en zelfs FX nu op de trackfolder toepassen. Je kan ook subgroepen maken en ze minimaliseren. Of een folder voor de hele mix maken voor FX en automation.
44. Timestretch audio: selecteer een audio item en terwijl je het uitrekt naar rechts moet je Alt gedrukt houden. Je kan het met Alt ook samentrekken ipv uitrekken. Dit werkt ook op de grid als hij aanstaat. Op een split tussen 2 items kan je ook alt drukken maar dan verschijnt er een dubbele hand en worden beide items ge-timestretched. Het ene wordt langer en het andere korter.
45. Action tab: toont alle mogelijke acties in Reaper. Met de filter kan je zoeken. Je kan de actionlist zelfs docken. "Unselect all items" is een leuke action omdat je normaal gezien ergens naast je items klikt voor unselect maar dan staat je cursor op een andere plaats. Je kan het een shortcut geven. Met "custom actions" kan je actions combineren: bv: je kan met 1 custom action, alle items selecteren, ze random kleuren en deselecteren en vervolgens nog een shortcut geven. Dit geeft enorme mogelijkheden. Zeker om zelf een sampler te maken bv.
46. In de midi editor kan je de velocity van de noten aanpassen of een andere modulatielijn bijmaken bv; voor modwheel. Je kan ook rechtsklikken op je midifile en "open items in editor" kiezen en vervolgens "open items in inline editor". Nu heb je een midi editor in je hoofdscherm.
47. De midi editor heeft verchillende edit mogelijkheden die alleen in dit venster toegankelijk zijn: cut, copy en paste notes (met ctrl+X,C,V gaat ook). Je kan ook rechtsklikken op de noten voor de editfuncties. Met "paste preserving position in measure" kan je een noot knippen of kopieren, dan ergens je cursor plaatsen en met deze functie plaatst Reaper de noot op de exacte plaats tussen 2 measures (als ze daar stond) ipv. in het begin van de measure. "Split notes" en "join notes" doe je met S en J. De split is afhankelijk van de grid. Met "mute events" kan je noten muten.
48. MIDI Velocity and Humanization zijn eveneens 2 opties in de midi editor.
De velocity kan je veranderen door de balk van de noot te verslepen in de velocitylijn. Als je shift drukt + de eerste en laatste noot op 1 lijn, worden ze allemaal geselecteerd en kan je ze samen editen. De Humanize functie (shortcut H) geeft je een paar opties om je midinoten meer "menselijk" te laten klinken, zoals: timing, velocity en timing bias. Met "new random seed" worden random waarden ingesteld.
49. MIDI Quantization: Ctrl+A om al je noten te selecteren en vervolgens Q om quantizebox op te roepen. Gebruik je om je noten aan de grid aan te passen als ze niet exact ingespeeld zijn bv. Onder grid kan je 1/4e instellen of eender welke andere grid. Dit verschuift de noten. Je kan de strength regelaar gebruiken. Op maximum is er 100% ge-quantized. Ook swing kan je meegeven met "swing strength". Onder "allow notes to" kan je afvinken wat je niet wil, als je heel exact wil quantizen. Er is een bypass knop om het verschil te horen. En met de "only quantize range" kan je kiezen wat er niet ge-quantized mag worden. Als je bovenaan bij settings "grid" kiest. Er is daar ook all of selected notes maar met manual heb je meer opties.
50. Midi transpose functies: Je kan bv. je midi file kopieren naar een nieuwe track.
Selecteer je clip, hou ctrl gedrukt en sleep het naar onder. Een kopie verschijnt in een nieuwe track. Gaat ook met rechtsklik op je track en duplicate track maar dan worden alle clips gekopieerd. Je kan dan bv. de kopie anders pannen als het origineel. Gebruik ctrl+A om alle noten te selecteren in de kopie en druk T of kies "transpose" in het editmenu. In deze box kan je all of selected notes transponeren met semitones of scales. Voor scales moet je ingeven van welke scale naar welke scale het transponeren moet gebeuren. Met de snap to scale functie onder semitones kan je transponeren in semitones maar reaper. Onder "to scale" kies je dan een scale en reaper blijft nu de scale volgen.
51. Midi steprecording: in de midi etidor onder options, vink "F1-F12 for steprecording" aan. Klik nu een toets op het keyboard in de editor aan. Dit is je noot die overeenstemt met de F1 toets. Zet de cursor waar je wil beginnen. Nu kan je in de editor met de toetsen F1 tot F12 midinoten invoegen. De lengte van de noten kan je onderaan in de editor instellen. Je kan de grid veranderen, dit doet niks aan de lengte. Maar onder notes kan je de lengte kiezen, bv. 1/4 noten. Maar als je de "notes" op "grid" zet krijgen ze de lengte die onder "grid" is ingesteld. Je kan op ieder moment op een andere keyboardtoets drukken om je grondnoot te veranderen. Onder opties, vink "use all midi inputs voor steprecording" aan. Nu kan je hetzelfde doen met je extern keyboard of controller. Je kan nu ook akkoorden ingeven. Dit is een zeer creatieve manier om een midipattern in te geven.
52. Midi editor "navigate" tab: Hier kan je de cursor verplaatsen naar bepaalde gridposities. Met "move cursor up or down one note" kan je een andere noot op het midikeyboard selecteren en als je van die functie een "action" maakt met shortcut of miditoewijzing kan je de midi steprecording nog handiger gebruiken. Je kan eveneens de noot het dichst bij de cursor selecteren in deze tab of met "add note nearest cursor to selection" kan je de volgende dichstbijzijnde noot toevoegen aan de selectie. Er zijn nog een hoop andere selectie opties, sommige zijn ook bereikbaar via rechtsklik op een noot, maar deze moet je eens uittesten. Ze zijn vooral bruikbaar via actions of shortcuts. Bv: "select previous,next or all note(s) with same note value". "Move edit cursor to start of selection" is ook handig wanneer je een aantal noten hebt geselecteerd en je de cursor daarheen wil halen, maar ook hier, gebruik shortcut of action.
53. Midi editor "view" tab: Als je noten bv. corresponderen met drumsamples kan je de view veranderen naar "named notes" en nu kan je elke noot een naam geven, zoals kick, snare, hihat. "Mode events list" is handig om je midi te checken als er iets niet klopt. Deze view hebben allemaal shortcuts. Je kan de vorm van je noten veranderen van blokjes naar driehoeken of diamanten. Of de velocity of naam van je sample per noot weergeven op de noot. Met "show velocity handles on notes" kan je de velocitywaarde via de noot zelf veranderen door naar onder of boven te slepen op de noot. In de view tab kan je ook je noten kleuren op bepaalde manieren: bv, op velocity of pitch. Heel handig.
54. Reaper plugins: onder "insert virtual instrument on new track" vind je de "cockos" folder. Deze bevat alle instrumenten en effecten die in Reaper ingebouwd zijn. Ze zijn simpel maar heel effectief en overzichtelijk. Als je de instellingen van een VST(i) veranderd hebt kan je dit saven als een preset door op het + icoon te drukken, bovenaan in elke plugin of zelfs saven als default zodat je preset automatisch geladen wordt elke keer dat je deze VST(i) opent in Reaper.Hier kan je ook presets of banks inladen. Je kan de output veranderen, de plugin bypassen of een commentaar toevoegen of de UI vereenvoudigen. De Reaper EQ (ReaEQ) heeft zelfs een built-in spectral view zodat je kan zien wat je sound doet voor je gat EQ'en. De Reaverb laat je zelfs impuls responses inladen. De plugins in het FX venster kan je van plaats veranderen in de ketting door ze te verslepen. Je hoort meteen het verschil.
55. De JS plugins: onder "insert virtual instrument on new track" vind je ook de "JS" folder. Ook deze komen met Reaper. Je vind hier gitaar simulator FX, filters, chorus, enz...
56. In de mixer kan je heel snel FX laden door in een lege insert FX te rechtsklikken en "quick add FX" te kiezen. Al je eigen folders die je reeds hebt gemaakt met je plugins worden hier ook getoond en je kan het add FX venster overslaan op deze manier. Als je op een "track send" drukt opent een box en kan je onder "add new send" een track kiezen waar je de geselecteerde track naartoe wil sturen. Maar ik gebruik deze vooral voor effecten. Je maakt dus eerst een track en laadt een FX erop, bv. een delay. Zet de wetregelaar op 100% en de dry op 0% voor sends. Ga nu naar de mixer en kies op 1 van je tracks een send > add new send en stuur je track naar de delay track. Je kan de level van de send hier instellen. In het send vakje op je track, waar de delay zit kan je de hoeveel van het FX op je tracksound instellen. Het is ook mogelijk om sends via de "routing matrix" te configureren.
57. Het is mogelijk om Plugin parameters toe te voegen aan je track voor makkelijkere en snellere bediening en automation. Zie nummer 28 in deze lijst. Hier nog even de automation modes:
Read mode: leest en speelt elke automation die werd ingevoerd. Dit is de standaard mode als je automation alleen wil horen en niet veranderen.
Touch mode: Als je de parameter beweegt, wordt de automation opgenomen, beweeg je hem niet keert de parameter terug in zijn vorige toestand. Als er reeds automation was, blijft deze behouden waar er geen nieuwe wordt toegevoegd, in tegenstelling tot de write mode.
Write mode: deze mode overschrijft alle vorige automation die reeds daar was. Dus als je vergeet om na het gebruik van de write mode weer naar read terug te keren zal je automation overschreven worden door de laatste waarde van de regelaar.
Latch mode: Een beetje anders als touchmode. Als je de regelaar beweegt schrijft het automation, als je hem loslaat blijft hij in zijn laatst ingestelde positie en blijft deze waarde schrijven. Opgepast, mocht je automation in loop schrijven wordt de waarde blijkbaar gereset wanneer de cursor terug naar het begin gaat. Vanaf daar wordt dan niks meer overschreven zodat je de vorige automation niet verliest.
58. Er zijn "track envelopes" en "plugin envelopes" onder de trimknop. De plugin envelopes hebben een "learn" knop waarmee je deze aan een knop op je midicontroller kan toevoegen. Zorg dat je track ver genoeg uitgetrokken is zodat je nieuwe knoppen kan zien die we gaan toevoegen. Kruis enkele plugin envelopes aan en achteraan rechts, vink je UI aan voor deze envelopes. Deze parameters verschijnen nu onderaan in je track, maar NIET als automation lijn. Zo kan je bepaalde parameters snel wijzigen.
59. Plugin Parameter Modulation: Rechts naast de "learn" knop onder de envelopes staat de "mod" knop. Kies de parameter die je wil moduleren (automatisch op en neer laten bewegen) en klik op "mod". Met de regelaar in de box kan je instellen hoeveel modulatie je wil. zorg dat enabled aangevinkt is.
Zet "audio control signal" aan en je krijgt alle modulatie opties. Kies op welke track de modulatie gebeurd en speel met de parameters. Open je plugin die je moduleert naast de modulationbox zodat je kan zien wat de modulatieparameters doen. Je kan ook een LFO gebruiken als modulatiesource die je kan temposyncen en de snelheid instellen. Je kan ze allebei tegelijk gebruiken indien nodig, dus zowel de "audio control signal" modulatie als de LFO.
60. De ReaSamplomatic 5000 is de sampler die in Reaper zit. Hier enkele simpele handelingen: Je kan een sample slepen naar het zwarte veld of browsen naar een sample. Met "import item from arrange" kan je een audiosample uit je project selecteren en dan op deze knop drukken om het in de sampler te laden. Je kan de start en end positie aanpassen en de mode kiezen:
Note mode: als je nu op je keyboard speelt kan je de sample in semitones/pitch spelen.
Sample mode, ignore midi note: nu klinkt elke toets op het keyboard hetzelfde. Bv, voor drumsamples.
De "resampling mode" laat je een betere kwaliteit kiezen voor de geresampelde sample.
De andere opties moet je zelf uittesten.
61. ReasynDr is een heel simpele drumsynth met 4 sounds en 4 outputs. Play C3 omhoog op het keyboard. Verwacht niet te veel
62. Resample je midi naar audio: Laat ons zeggen dat we 1 midiclipje willen omvormen naar audio. Dit doe je onder file>render. Helemaal bovenaan, kies "stems selected tracks" en onder render bounds "time selection" (zorg dat je item in de timeselection zit in je project) en vink "add items to new tracks when finished" aan. Zo komt je gerenderde file meteen op een nieuwe track in je project. Gebruik dit om cpu kracht te sparen in je project. Als je met de time selection slechts een stukje van je midiclip aanduidt werkt render alleen hierop en plaatst hij de gerenderde audio mooi onder de selectie.
63. FX chains kan je opslaan om later te gebruiken. Selecteer de FX plugins in het FX venster die je wil saven en rechtsklik en kies "save selected FX as chain" en geef het een naam. Als je nu op een track rechtsklikt en onder FX chain "load FX chain" kiest kan je je chain laden. Als je save of S drukt in de FX box verschijnt de save fx box ipv. de normale savebox.
64. Je kan ook FX laden op aparte items. Rechtsklik je item en kies take>show FX chain for active take. Hier kan je verschillende FX laden enkel voor dit item of met de shortcut shift+E. Gebruik crosfades tussen 2 items met aparte FX chains voor een betere overgang.
65. Multiple outputs: Sommige plugins hebben meerdere outputs zoals de ReasynDr. Bij het laden van de plugin kan je kiezen of reaper deze aanmaakt of alles naar de stereo output stuurt. In de mixer zie je nu een kanaal met je plugin en onder de sends zie je de verschillende outputs. Daarnaast heeft reaper ook voor elke output een apart kanaal aangemaakt. Dit hangt niet samen met de outputs van je soundkaart ookal lijkt dit zo! Zie de PDF pagina 13 voor meer uitleg. Hier kan je nu de levels apart regelen of andere FX laden op elke output. Als je de plugin naar de stereo output stuurde en nadien van gedacht verandert, kan je rechtsklikken op je FX in de FX box en "built multichannel routing for output of selected FX" kiezen en zo krijg je alsnog meerdere outputs.
Voor meer info hoe je de multiple outputs van VSTi's kan configureren, zie de PDF hier: Multiple outputs on VSTi in Reaper:
http://stash.reaper.fm/v/14707/Reaper%20VSTi%20Routing%20Tutorial%20%20and%20Guide-2.0.1a.zip
66. Zoals in elke DAW kunnen sommige plugins crashen en dan crashed heel je DAW met Reaper. Dit kan je vermijden door je plugins als een apart proces uit te voeren. Dit zit nogal verstopt maar als je het FX venster opent en op add drukt kan je een plugin uitzoeken en voor je het add kan je rechtsklikken en "separate process" of "dedicated process" kiezen. Maar je kan dit in de instellingen als standaard instellen door onder Options>Preferences>Plugins>Compatibility "vst bridging firewalling" aan te passen. zo zal alleen de plugin crashen als het een probleem veroorzaakt en niet Reaper. "in separate process" betekent dat je plugins samen in een apart proces lopen en "in dedicated proces" betekent dat elke plugin zijn eigen processing heeft, dus best deze kiezen.
Je kan dit ook met "volume" doen.
