De Majeur-akkoorden van de Natuurlijk Mineur toonladder

jdDD

Ouwe rot
Lid sinds
21 november 2018
Berichten
589
Beste

als ik de proef op de som neem en de intervallen controleer van akkoord I t.e.m. VII van de natuurlijke mineur toonladder,
dan krijg ik als resultaat het volgende:

I: A C E (begint met een kleine terts = Min. akkoord)
II: B D F (begint met een kleine terts = Min. akkoord)
III: C E G (begint met een grote terts = Maj. akkoord)
IV: D F A (begint met een kleine terts = Min. akkoord)
V: E G B (begint met een kleine terts = Min. akkoord)
VI: F A C (begint met een grote terts = Maj. akkoord)
VII: G B D (begint met een grote terts = Maj. akkoord)

ik kom dus uit aan 3 Majeur akkoorden in de natuurlijke mineur toonladder.
Toch staat er op verschillende websites en in mijn boek "Muziektheorie 4 Dummies" letterlijk op pagina 146:

"Een kleine drieklank heeft een kleine terts en is dus een mineurakkoord. De andere manier om een kleine drieklank
te bouwen is dus door de eerste, derde en vijfde trap van de mineur toonladder te nemen."

Wie kan me helpen?

Grtz
 
Klopt toch?
De A mineur is een A, een C en een E, dus de eerste, derde en vijfde trap van de A mineur toonladder.
De B mineur is een B, een D en een F, dus de eerste, derde en vijfde trap in de B mineur toonladder.
enzovoort...

Jij kijkt naar andere akkoorden verderop in dezelfde toonladder. De zin die je quote zegt alleen maar iets over het eerste akkoord in een toonladder, of hoe je een toonladder gebruikt om akkoorden te vormen.
 
Als je de tonen neemt van de toonladder van bv C mineur kun je zeven akkoorden maken.Voor elk akkoord nemen we telkens een grondtoon-terts-kwint aan(neem aan dat je je afstanden kent).De akkoorden kunnen majeur of mineur zijn of verminderd.Nu moet je wel een majeur akkoord maken op de eerste,vierde en vijfde trap.Anders krijg je andere tonen die niet in C mineur voorkomen.En zijn dan niet laddereigen.En dit zo met alle toonladders.
 
Laat me het even anders uitleggen. Voor het gemak zal ik enkel met C majeur en a mineur werken, zodat er geen mollen of kruisen
gebruikt worden en enkel (!) de witten toetsen gebruikt worden. En voor alle duidelijkheid: ieder akkoord beginnende met een kleine terts is een mineur akkoord,
en ieder akkoord beginnende met een grote terts is een majeur akkoord.

op deze manier de akkoorden bouwen maakt:
C tot C (1octaaf hoger)

1: C E G
2: D F A
3: E G B
4: F A C
5: G B D
6: A C E
7: B D F

-> enkel de akkoorden beginnende op 1, 4 en 5 (= "trap I, IV, V") beginnen met een grote terts (=4 halve toonafstanden). Dus dit zijn de majeur akkoorden van de
toonladder C. Maj.
-> al de andere akkoorden (ii, iii, vi, vii) beginnen met een kleine terts (3 halve toonafstanden). Dus dit zijn de mineur akkoorden van de toonladder C. Maj.

Goed, nu voor a mineur. In principe verandert er niets aangezien C Maj. en a min. parallelltoonsoorten zijn, d.w.z. dat zij evenveel mollen als kruisen hebben: 0 (enkel de witte toetsen dus...). Ze volgen elkaar wel op een andere manier op:

1: A C E
2: B D F
3: C E G
4: D F A
5: E G B
6: F A C
7: G B D

> enkel de akkoorden beginnende op 3, 6 en 7 (= "trap III, VI & VII") beginnen met een grote terts (=4 halve toonafstanden). Dus dit zijn de majeur akkoorden van de toonladder a min.
-> al de andere akkoorden (i, ii, iv, v) beginnen met een kleine terts (3 halve toonafstanden). Dus dit zijn de mineur akkoorden van de toonladder a min.


Na dit meermaals uitgerekend te hebben kom ik tot de conclusie dat:
-> in een majeur toonladder (zoals bvb. C), de majeur-akkooden gelijk zijn aan I, IV & V.
-> in een mineur toonladder (zoals bvb. a), de majeur-akkoorden gelijk zijn aan III, VI & VII.

Iedereen mee? :p

grtz!
 
Back
Top